Repeteren bij toerbeurt

Als docent ben ik betrokken bij verschillende studies koordirectie, onder andere bij Balk en op de conservatoria van Amsterdam en Rotterdam. De laatste tijd gebruik ik bij die lessen regelmatig een nieuwe werkvorm. In plaats van dat de studenten beurten krijgen van tien of vijftien minuten waarin ze voor het koor staan, zit de groep in een cirkel en krijgen de studenten mini-beurten, waarin ze telkens een paar minuten werken met de groep. Hieronder laat ik zien hoe die lesvorm eruit ziet.

Klassieke lesvorm

In koordirectie-opleidingen is het gebruikelijk dat de student in de les een tijdlang met een koor werkt, met als opdracht een gedeelte van een bepaald muziekstuk in te studeren of af te werken. Het koor wordt dan veelal gevormd door de overige studenten van de opleiding. Na de beurt krijgt de student feedback van de docent. Deze lesvorm is een vanzelfsprekende keus, omdat de dagelijkse praktijk van dirigent er ook zo uitziet.

Toch werkt deze manier van lesgeven niet altijd goed. De studenten zijn vaak flink zenuwachtig op het moment dat ze aan de beurt zijn. En in een lessituatie werkt dat natuurlijk remmend. Als docent probeer ik een ontspannen werksfeer te creëren, en de deelnemers op het hart te drukken dat veel studenten last hebben van zenuwen als ze een beurt hebben. Dat helpt echter maar ten dele. Een ander nadeel van deze werkvorm is dat de studenten die geen beurt hebben niet sterk worden uitgedaagd. Juist omdat de dirigent die voor de groep staat nog het nodige moet leren, worden de zangers niet op scherp gezet.

Alternatief

De laatste jaren kies ik veelal voor een andere manier van werken die maakt dat studenten minder zenuwachtig zijn tijdens een beurt en dat alle studenten actief blijven. Het idee is als volgt. Alle zangers krijgen bladmuziek van een arrangement en we verdelen de stemmen. We maken een opstelling in een cirkel. Eventueel gaan de zangers gemengd zitten, dat wil zeggen niet bij zangers van hun eigen stemgroep:

Gezamenlijk studeren we aan het arrangement. De docent wijst een eerste korte passage aan en de groep zingt de noten. Eén voor één nemen de studenten kort de rol van dirigent op zich en werken een paar minuten met de groep. De student mag daarin zelf bepalen aan welk muzikale aspect er wordt gewerkt en op welke manier. Vervolgens krijgt de volgende persoon in de cirkel de beurt.

Na een tijd op deze manier gewerkt te hebben, kun je aan de studenten specifieke opdrachten geven. Op die manier kun je onderwerpen aan bod laten komen die niet door de studenten zelf worden aangedragen. Mogelijke opdrachten zijn dan bijvoorbeeld om tweetallen stemmen te kiezen om te zingen, om bepaalde akkoorden af te stemmen of om te werken aan uitspraak.

Korte suggesties

De docent geeft aan de studenten feedback op de beurten. De docent kan suggesties doen voor bruikbare terminologie of handige manieren van formuleren, voor geschikte slagtechnische gebaren, voor een efficiëntere manier van werken, of de docent kan suggesties aandragen voor alternatieve methoden van werken. De docent kan ook een nieuwe korte opdracht geven aan de student. Stel bijvoorbeeld dat een student op een goede manier werkt met de groep, maar erg veel woorden gebruikt. De docent kan dan aan de student de opdracht geven om precies dezelfde stof nog eens te behandelen, maar daarbij minder te praten.

De hierboven geschetste manier van werken, duid ik aan met de term Repeteren bij toerbeurt of in het Engels met Rehearsing in rotation.