Hoe vaak verzuchten zangers niet: “Dat inzingen kennen we nu wel.” Er zijn dan ook veel dirigenten die het inzingen beschouwen als verplichte corvee – en vervelend oponthoud aan het begin van de repetitie. Of het is het kwartier waarin de zangers binnendruppelen en de rest even wat toonladders riedelt.

Het kan ook anders. Tijs Krammer breekt een lans voor zinvol en afwisselend meerstemmig inzingen. Vanuit verschillende invalshoeken geeft hij in dit boek heel veel voorbeelden en oefeningen die direct in de praktijk toepasbaar zijn. In het laatste hoofdstuk besteedt hij bovendien specifiek aandacht aan oefeningen voor de vocale lichte muziek.

Quotes

“Dit boek ga ik ook gebruiken, een must!”

Peter Dijkstra – chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor

“Warming ups voor de stem én voor de oren, noodzakelijk voor elke koorzanger!”

Johan Rooze – lange tijd dirigent van Dekoor

 

Opzet van het boek

In de eerste vier hoofdstukken van het boek wordt uiteengezet waar het inzingen voor kan worden gebruikt en welke technieken er kunnen worden toegepast:
1. Losmaken en concentratie
2. Andere doelen bij het inzingen
3. Variatie bij het inzingen
4. Opbouw van het inzingen

In de daaropvolgende hoofdstukken staan uitgewerkte oefeningen in verschillende categorieën:
5. Oefeningen met toonladders
6. Oefeningen met intervallen
7. Chromatiek
8. Harmonieën
9. Ritmiek
10. Stijlen

Hoofdstuk 5

In hoofdstuk vijf staan toonladder-oefeningen zoals deze:
Het sterretje geeft aan waar er begonnen moet worden als de oefening in canon wordt gezongen:

Hoofdstuk 6

In hoofdstuk zes staan oefeningen voor intervallen zoals deze tertsenoefening:

 

Zoals de meeste oefeningen uit het boek is deze goed te zingen in kwint-parallellen:

Hoofdstuk 7

In hoofdstuk zeven staan chromatische oefeningen zoals deze:

De oefening klinkt bijzonder fraai als een deel van de stemmen de begintoon aanhoudt en de andere stemmen dalen en stijgen:

Hoofdstuk 8

In hoofdstuk acht staan oefeningen voor harmonieën zoals deze:

In deze oefening worden parallelle majeur-akkoorden gezongen. Elke stem zingt dus exact dezelfde melodie, namelijk de volgende lijn in mineur:

Hoofdstuk 9

In hoofdstuk negen staan oefeningen voor ritmes zoals deze in 6/8:

Als deze oefening in canon wordt gezongen ontstaat er een doorgaande lijn van achtste noten: