Oude notatie van swing feel

In een eerder bericht kwam het begrip swing feel aan de orde. De beste manier om het te noteren is door boven de muziek de aanduiding ‘Swing feel’ te zetten en gewone achtsten te schrijven. Voordat deze manier van swing noteren in de jaren zestig gebruikelijk werd, noteerde men swing op een andere manier.

De ouderwetse manier van het swing noteren is met een gepuncteerde achtste en een zestiende. In de klassieke muziek wordt dit ritme een hop-figuur genoemd:

Dit figuur komt een beetje in de buurt van swing feel, de eerste noot is inderdaad langer dan de tweede noot. Maar de verhouding is niet goed. De eerste noot moet twee keer zo lang zijn als de eerste noot, en niet drie keer zo lang. Dit figuur klinkt een beetje hupsig in plaats van swingend. (De klassieke term voor het ritmische patroon is dus goed getroffen.)

Gershwin

De ouderwetse swing-notatie werd veel gebruikt in het begin van de twintigste eeuw. George Gershwin bijvoorbeeld gebruikte het, zoals blijkt uit zijn nummer They can’t take that away from me:

Ouderwets

Sinds de jaren zestig is de moderne swing-notatie gangbaar onder jazz-musici. Toch kan je de ouderwetse notatie terugvinden in veel arrangementen van ná de jaren zestig. Hieronder staat bijvoorbeeld een gedeelte van Singing in the rain, gearrangeerd door Anita Kerr:

En hier is een fragment Let’s do it gearrangeerd door David Blackwell, in de jaren negentig gepubliceerd door de gerenommeerde uitgeverij Oxford University Press:

Sibelius en Finale

De ouderwetse swing-notatie is minder helder en flexibel dan de moderne manier. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de ouderwetse manier van noteren wezenlijk incorrect is. Toch blijft die ouderwetse notatie hardnekkig terugkomen. Maar er is hoop. Misschien zal de ouderwetse manier van noteren in de komende jaren verdwijnen door de muzieknotatiesoftware Sibelius en Finale. Beide programma’s kunnen muziek afspelen met swing feel, maar alleen als je de nieuwe notatiewijze gebruikt.