Arrangementen omschrijven naar specifieke bezettingen

Koorarrangementen die bij uitgeverijen verkrijgbaar zijn gaan veelal uit van de ideale bezetting. Ze zijn geschreven voor SATB of voor SSATTB, waarbij de stemmen een flinke omvang hebben. De praktijk met een koor is vaak heel anders. Er zijn relatief weinig mannen of de sopranen hebben moeite met hoge noten of de bassen zijn eigenlijk meer baritons. Als dirigent kun je ervoor kiezen om met je koor het klassieke ideaal te blijven nastreven. Maar je kunt de muziek ook aanpassen aan de realiteit van je koor. In dit bericht bekijken we verschillende manieren om bestaande arrangementen naar je hand te zetten.

Mannen gezocht

Gemengde koren hebben vaak te kampen met een tekort aan mannen. Er zijn dan bijvoorbeeld twaalf sopranen, zestien alten, vier tenoren en zes bassen. Met zo’n bezetting is het zingen van een arrangement voor SATB eigenlijk onbegonnen werk. De mannen zullen nooit in balans zijn met de vrouwen. Een meer geschikte bezetting is om alle mannen samen een partij te geven. We combineren de tenoren en bassen in één stemgroep en we laten ze een bariton-partij zingen (of liever gezegd, een partij met een nog iets kleiner bereik, dat zingbaar is voor zowel tenoren als bassen). Om dan toch uit te komen op vier zangpartijen splitsen we de vrouwenstemmen in drie partijen. Deze bezetting kunnen we aanduiden met SSAB, waarbij B dus staat voor een soort bariton-partij.

Arrangementen voor SSAB

Maar hoe komen we aan stukken voor die bezetting? Bij uitgeverijen van koormuziek zijn die arrangementen nauwelijks te vinden. De oplossing kan zijn om uit te gaan van een bestaand arrangement voor SATB en die zelf om te schrijven naar SSAB. Neem bijvoorbeeld het arrangement van Embraceable you, zoals het door Steve Zegree is gearrangeerd voor SATB:

We verschuiven de stemgroepen. De onderste partij laten we zingen door de mannenstemmen. De derde balk wordt voor de alten, de tweede balk voor de mezzosopranen en de bovenste partij voor de hoge sopranen. De originele baspartij ligt echter aan de lage kant voor sommige mannen en de originele tenorpartij ligt nogal laag voor de alten. Daarom leggen we het gehele arrangement wat hoger, in dit geval een hele toon. Het arrangement ziet er nu als volgt uit:

We verdelen de vrouwenstemmen evenlijk over de drie vrouwenpartijen. Door de stemmen te herverdelen zitten er in alle stemgroepen weer ongeveer evenveel zangers. In deze nieuwe bezetting zijn de vier stemgroepen weer eenvoudig met elkaar in balans te brengen. Er ligt niet meer zoveel druk op de mannen. De vrouwenstemmen hoeven niet langer te wachten op de mannenstemmen. En ze hebben een grotere uitdaging, omdat hun stemgroepen kleiner zijn. De aanpassing van SATB naar SSAB werkt dus aan alle kanten heel goed.

Uitschrijven

Overigens is het niet noodzakelijk om de nieuwe partituur helemaal uit te schrijven. Je kunt de noten eventueel ook studeren vanaf de originele partituur. Nadat de noten zijn ingestudeerd, laat je het koor hoger zingen dan genoteerd. Dat is even wennen voor de zangers, maar na een paar keer zingen merken ze daar weinig meer van. Alleen de partijen voor eventuele begeleidende instrumenten moet je even herschrijven.

Als je er wél de tijd voor neemt om de nieuwe partituur te maken, heb je het voordeel dat je voor de zangers midi’s kunt maken op de juiste toonhoogte, waarmee ze thuis kunnen oefenen. 

Octavering

Onervaren dirigenten willen de aanpassing van SATB naar SSAB nog wel eens op een andere manier doen. Ze kiezen ervoor om de tenoren mee te laten zingen met de bassen. En daarnaast laten ze de tenorpartij zingen door een vrouwenstemmen, maar dan een octaaf hoger. Door deze octavering klinkt de derde balk echter geregeld als hoogste stem en daardoor veranderen de harmonieën wezenlijk. En als het arrangement homofoon is, gaat het publiek een andere lijn als melodie ervaren. Deze methode kun je dus beter niet hanteren.

Van SSAA naar SSAB

Ook van een arrangement voor SSAA kun je vaak zonder al te veel moeite een arrangement voor SSAB maken. Neem als voorbeeld de onderstaande zetting van And so it goes door Kirby Shaw:

De onderste stem in dit stuk is voor alten behoorlijk laag en eigenlijk geschikter voor tenoren.

We gaan ook dit arrangement omwerken voor drie vrouwenstemmen en één mannenstem. De onderste stem wordt wederom een baritonpartij en we herverdelen de bovenste drie delen over de vrouwen. Om de onderste partij geschikt te maken voor mannen transponeren we het arrangement naar beneden, in dit geval een hele secunde. De bewerking ziet er nu als volgt uit:

Eventueel schrijf je de bas een octaaf lager op de momenten dat alle stemmen unisono zijn. Je kunt de eerste twee noten van de basstem dus een c in het klein octaaf laten zingen.

Van SATB naar SSAA

Als dirigent van een vrouwengroep kom je wel eens in de verleiding een arrangement voor SATB te gaan zingen met je groep. In zo’n geval is het omwerken van een arrangement echter lastiger. Je kunt het geheel omhoog transponeren totdat de baspartij door de laagste alten kan worden gezongen, maar de sopraan blijkt dan al gauw onzingbaar hoog. Een alternatief zou zijn om de bas- en tenorpartij geoctaveerd te laten zingen, maar zoals hierboven is uitgelegd verandert het karakter van de akkoorden dan wezenlijk. Met een vrouwengroep kun je dus beter stukken zingen die werkelijk voor vrouwenstemmen zijn gearrangeerd.

Countertenoren

Evenzo is de omzetting van SATB naar TTBB niet eenvoudig te doen. Er zijn echter voor een mannengroep wel meer mogelijkheden als je countertenoren inzet. In een groep zijn mannen zijn er altijd wel een paar zangers met een goede falsetstem. Het falset is prima bruikbaar om altpartijen mee te zingen, waarmee de bezetting van het koor eigenlijk ATTB wordt. Zingen in het falset is vaak wel even wennen; het klinkt breekbaarder en minder stoer dan de gewone mannenstem. Toch levert de combinatie van bassen, tenoren en countertenoren samen een prachtige uitgebalanceerde klank.