Eindes van zinnen in arrangementen

Bij het noteren van eindes van zinnen zijn muzikanten vaak nogal onzorgvuldig. De precieze lengte van lange noten wordt overgelaten aan de uitvoerende zanger of instrumentalist.

Hier is een voorbeeld. Het begin van Yesterday wordt veelal als volgt genoteerd:

De laatste lettergreep van het woord ‘yesterday’ is hier eenvoudigweg tot het eind van de maat geschreven. Het voelt echter onnatuurlijk om het woord zo lang te maken. In de uitvoering van The Beatles zingt Paul McCartney het dan ook een stuk korter. En zangers die het nummer coveren, zullen dat meestal ook doen:

Arrangementen voor koren

In een lead sheet vormt het geen probleem als de zinnen op deze manier vereenvoudigd worden. In koorarrangementen is het echter verstandig om precies aan te duiden waar de zinnen eindigen. Het is immers de bedoeling dat koorleden binnen een stemgroep de noten samen afsluiten. In de klassieke muziek is het gebruikelijk dat de dirigent de eindes van zinnen aangegeeft met een gebaar. In de lichte muziek hebben nummers echter meestal een vast tempo en speelt een dirigent een minder centrale rol. In dat soort muziek is het daarom praktisch om in de arrangementen de lengtes nauwkeurig te noteren.

Eindes tussen de tellen in

In mijn arrangementen kies ik er vaak voor om – net als in het voorbeeld hierboven – de zinnen tussen de tellen te laten eindigen in plaats van op een tel. Voor mijn gevoel worden de eindes dan natuurlijker. Hieronder staan wat voorbeelden. Laten we om te beginnen kijken naar een jazznummer. In de eerste zin van What a wonderful world heb ik ‘green’ en ’too’ laten eindigen tussen de vierde en eerste tel:

Zouden deze zinnen op de maatstreep eindigen, dan wordt de melodie te lijzig. Als de akkoorden daarentegen afbreken op de vierde tel, voelt het alsof de klank te vroeg wordt afgekapt en wordt de pauze tussen de zinnen onnatuurlijk lang.

Popnummers

Hieronder staan drie fragmenten van arrangementen uit de popmuziek, waarin het slot van de zinnen eveneens tussen de tellen in valt. In Lullabye van Billy Joel eindigt de eerste regel tussen drie en vier. Als het akkoord tot de maatstreep zou duren, krijgen de zangers te weinig tijd om te ademen:

In het refrein van Love song van Sarah Bareilles heb ik het einde van de eerste zin tussen de tweede en derde tel geschreven. In dit voorbeeld is het overduidelijk dat een achtste noot op het woord ‘song’ te kort zou zijn en dat een gepunteerde kwart aan de andere kant niet zou passen bij de energie van de melodie:

Het is overigens niet zo dat deze manier van schrijven alleen zijn plek heeft in stukken met een langzaam of medium tempo. Ook in Stop this train van John Mayer – dat een behoorlijk hoog tempo heeft – past het om eindes tussen de tellen in te schrijven: