Bij het vormgeven van een arrangement, wil je natuurlijk graag dat je stuk op de juiste manier genoteerd is. Gelukkig helpt de muzieknotatie-software, zoals Sibelius, je daarbij. Het programma zorgt ervoor dat de noten netjes onder elkaar staan, dat er niet te veel tellen in een maat geschreven zijn, dat de kruisen en mollen van toonsoorten op de juiste plekken staan, dat de stokken die juiste richting hebben, enzovoorts.
Maar zelfs wanneer je zulke software gebruikt, kun je nog fouten maken in de notatie. In dit blog zijn onhandige manieren van noteren verzameld die je regelmatig tegenkomt in vocale partituren van beginnende arrangeurs. Links staat telkens een versie die onhandig is genoteerd en rechts de betere versie.
Sleutels
Een tenorpartij hoort – tenzij die samen met een basstem op één balk genoteerd staat – geschreven te worden in een octaverende g-sleutel, en niet in een f-sleutel:
Ritme
In het algemeen verbind je korte noten die binnen een tel vallen met een waardestreep. De notatie van de syncopen hieronder aan de linkerkant lijkt daarom juist. Maar in een vierkwartsmaat geldt er een uitzondering, in het geval er geen kleinere notenwaarden dan achtsten staan. Het is dan de bedoeling dat je noten die over de tweede en vierde tel vallen niet splitst. Dit is een fout die veelvuldig gemaakt wordt, en veel beginnende arrangeurs vinden de linker versie eenvoudiger om te lezen. Toch is de rechter versie echt de juiste wijze van noteren:
In oude uitgaven van jazz werd swing feel geschreven met behulp van gepunteerde achtste noten en zestienden. Deze wijze van noteren is echter inmiddels achterhaald. Het is sinds de jaren zestig gebruikelijk om de aanduiding swing feel boven de partituur te zetten, en vervolgens ‘gewone’ achtsten te noteren:
Als er swing feel boven de partituur staat, wordt binnen elke kwart de eerste achtste lang uitgevoerd en de tweede achtste kort. Het kan voorkomen dat je in zo’n partituur drie noten wilt noteren binnen een tel. In verreweg de meeste gevallen is de correcte notatie dan met behulp van een triool. Een notatie met zestiende noten is bijna altijd onjuist:
Tekst
Bij het noteren van tekst onder noten komen wat extra elementen kijken. In het geval dat een laatste lettergreep van een woord hoort bij meerdere noten – oftewel als je meerdere noten zingt op een slotlettergreep – dan is het de bedoeling dat je het woord verlengt met een horizontale lijn:
Daarnaast moeten de noten die bij de slotmedeklinker horen met elkaar verbonden worden met een legatoboog. (De notatie met woordverlenging plus legatoboog is dus in wezen dubbelop.) De legatoboog hoort te beginnen bij de eerste noot en hoort te eindigen bij de laatste noot, zelfs als daarop een overbindingsboog staat:
Hier is een verrassende fout die regelmatig gemaakt wordt. Op een plek waar er meerdere noten horen bij een slotlettergreep, wordt de lettergreep in tweeën gehakt en wordt de slotklank doorgeschoven naar de laatste noot. Deze manier van noteren is zeker niet juist en geeft ook geen informatie aan de zangers:
In Engelse teksten is er nog een valkuil: het afbreken van woorden gaat anders dan je zou verwachten. Bij werkwoorden bijvoorbeeld komt de stam vóór het afbrekingsstreepje: