Stemgroepen wisselen

In een koor is het goed als de zangers hun volledige bereik kunnen gebruiken. Een zanger die alleen maar lage noten te zingen krijgt, ontwikkelt vaak na verloop van tijd een erg donkere klank. En omgekeerd, een zanger die alleen maar hoge noten heeft, loopt het gevaar om de warmte in de klank te verliezen. Door de verschillende kleuren in de groep wordt de koorklank minder hecht en wordt het intoneren lastiger. Bovendien is het voor een zangers vocaal uitdagend en boeiend om het gehele bereik te mogen gebruiken.

Bij het maken van een arrangement is het goed om hiermee rekening te houden. Sopranen kun je bijvoorbeeld ook eens lage noten geven. Een manier om dit voor elkaar te krijgen, is alle zangers eenstemmig te laten zingen. Een alternatieve methode is de alten de melodie te laten zingen en de sopranen begeleidende klanken te geven die niet al te hoog liggen.

Bassen krijgen juist snel een overdaad aan lage noten te zingen. Op een piano klinken die lage tonen inderdaad lekker. Maar bij het schrijven voor stemmen zijn er nu eenmaal meer factoren waarmee je rekening moet houden. Je doet er goed aan om ook eens genoegen te nemen met een wat minder diepe klank van de bassen, en een octaaf hoger te schrijven.

Vrouwenkoor

In het bijzonder bij het arrangeren voor vrouwenkoor is het lastig om de verschillende stemmen een voldoende groot bereik te geven. Voor het schrijven van interessante akkoorden heb je al gauw anderhalf octaaf nodig. Dat wil zeggen dat de hoogste stem gemiddeld anderhalf octaaf hoger ligt dan de laagste. Maar het daadwerkelijke bereik van sopraan en alt ligt lang niet zo ver uit elkaar, namelijk slechts een kwint.

Toch is er een relatief eenvoudige manier om te voorkomen dat de lage alten steeds laag moeten zingen en de hoge sopranen hoog. Namelijk door de stemmen regelmatig te wisselen. Stel dat je een arrangement schrijft voor SSAA. Het idee is dan dat je in een aantal passages twee naast elkaar liggende stemmen omdraait. Als je bijvoorbeeld op een bepaalde pagina Alt 1 en Alt 2 wisselt, krijgt de Alt 1 de mogelijkheid om wat lage noten te zingen en de laagte van de Alt 2 wordt minder extreem. Het is slim om die wisseling te doen in een passage waar de oorspronkelijke noten van de Alt 2 niet al te laag liggen, anders wordt het wellicht te laag voor Alt 1. Op vergelijkbare manier kun je Sopraan 1 en 2 op bepaalde pagina’s omdraaien, en ook Sopraan 2 en Alt 1.

Grafisch

Hieronder staat het wisselen van partijen op een grafische manier weergegeven. Hoge partijen zijn aangeduid met een lichte kleur en lage partijen met een donkere. Stel dat je een arrangement hebt, waarin Sopraan 1 steeds bovenin ligt en de Sopraan 2 daaronder, enzovoorts. De verdeling ziet er dan als volgt uit:

Nadat je in de verschillende delen stemparen hebt verwisseld, liggen de partijen als volgt:

Het bereik van alle stemmen is nu groter geworden. (De vakjes zijn bij de sopranen gemiddeld donkerder geworden en bij de alten lichter.) Toch ligt het totale bereik van Sopraan 1 nog steeds het hoogst en van Alt 2 het laagst.

Nog meer wisselingen

Voor de exact ingestelde geesten: de verdeling van de stemmen wordt nog iets beter door vier wisselingen toe te passen en toe te staan dat stemmen die niet direct naast elkaar liggen wisselen:

Bij het wisselen van stemgroepen die verder van elkaar af liggen, moet je er dan wel voor zorgen dat de partijen nog zingbaar blijven voor de stemgroepen. Bijvoorbeeld, in de wisseling in Deel A, moeten de lage noten voor Sopraan 2 nog haalbaar zijn.

In de praktijk is een arrangement natuurlijk een stuk ingewikkelder dan deze schema’s. Daarom is het goed om bij het schrijven van het arrangement voortdurend deze techniek in het hoofd te houden en waar mogelijk stemmen om te draaien.