Als stemmen homofoon zingen, vormen ze een eenheid. De toehoorder neemt niet zozeer de individuele lijnen waar, maar de akkoorden die er samen worden gezongen. Stemmen die homofoon zijn, noemen we een laag. Hoe meer lagen een arrangement heeft, des te complexer de structuur ervan is. Een arrangement met meerdere lagen is ingewikkelder om te schrijven en is ook lastiger om uit te voeren.
De eenvoudigste structuur die je een arrangement kan geven is om alle stemmen in één laag te schrijven, dus om alle stemmen homofoon te maken. Zoals gezegd, schrijf je dan meestal de melodie dan in de bovenste stem.
Schematisch zou je dat als volgt weer kunnen geven:
sopraan (melodie) alt tenor bas |
Een manier om twee lagen te creëren, is om de melodie los te halen van de andere stemmen. Het arrangement heeft dan dus een laag voor de melodie en een laag met een homofone begeleiding:
melodie | sopraan alt tenor bas |
Een andere manier om twee lagen te creëren, is door de bas los te halen van de andere stemmen:
sopraan alt tenor |
bas |
Als je zowel de melodie als de bas losmaakt van de overige stemmen, krijgt het arrangement drie lagen:
melodie | sopraan alt tenor |
bas |