In de oefening die ik gisteren op papier zette, komt de verlaagde tweede noot van de toonladder voor. Hier is een verwante oefening, die expliciet bedoeld is om de drieklank op die noot te zingen, oftewel de verlaagde tweede trap.
De melodie van de oefening is de volgende:
(De noten zijn hier genoteerd in F-groot, omdat de uiteindelijke meerstemmige oefening in die toonsoort staat.)
We werken ernaartoe om deze intervallen te zingen in een parallelle majeur drieklank. In eerste instantie maken we parallelle kwinten:
Vervolgens introduceren we een derde partij waarin de tertsen van de harmonieën worden gezongen. Met name het treffen van de cis is in dit geval uitdagend:
In de vorige versie hebben alle vrouwenstemmen de derde partij gezongen. Als je de alten vervolgens de grondtonen weer laat zingen, zijn de akkoorden beter in balans:
De vierstemmige versie klinkt als volgt:
Mocht je de koorleden nog meer uitdaging willen geven, laat de alten of de bassen dan de none zingen in de harmonieën. Dat wil zeggen dat je ze laat beginnen op e.