Eén van de lastigste gealtereerde tonen om te treffen in de toonladder is de verlaagde tweede toon. Hieronder wordt een inzingoefeningen beschreven waarin die noot voorkomt. Alleen voor gevorderde koren dus. De basismelodie gaat als volgt:
In eerste instantie kun je een tweestemmige oefening creëren door een tegenstem te laten hangen blijven op de g:
Je kunt de tegenstem ook telkens de c laten zingen. Er ontstaat dan een scherpe dissonant op de voorlaatste samenklank:
Kwintparallellen
De melodie kan – zoals vaak bij mijn inzingoefeningen – ook gezongen worden in parallelle kwinten:
Je kunt een interessante vierstemmige oefening creëren door in parallelle kwinten te zingen en daarbovenop de helft van het koor de grondtoon te laten herhalen. Hieronder herhalen de vrouwenstemmen in eerste instantie de grondtoon en in de acht maten daarna worden de functies omgedraaid en zingen de de mannenstemmen de grondtonen:
Verlengde versie
Nog fraaiere harmonieën kunnen we maken als we de melodie als volgt verlengen naar zestien maten:
In tweestemmige canon ontstaan eenvoudige parallelle tertsen:
Als deze de verlengde versie in parallelle kwinten én in canon wordt gezongen, onstaan fraaie vierklanken:
De laatste oefening klinkt als volgt: