De hand

Bij het dirigeren gebruik je je handen om uiteenlopende expressies weer te geven. Voor een zachte klank richt je de handpalmen omlaag, voor een ruime klank de handpalmen omhoog. Voor een tedere klank houd je de hand ontspannen, voor een volle klank maak je de hand stevig. Als je iets heel precies wilt hebben, gaan als vanzelf de duim en wijsvinger tegen elkaar aan. Als dirigent ontwikkel je zo een eigen taal met je handen.

Soms wil je geen expressie aanduiden, maar zoek je meer een neutrale klank. Bijvoorbeeld bij het inzingen, of tijdens het repeteren van moeilijke noten. Welke neutrale houding van de hand past er bij zo’n moment? De handpalm naar beneden geeft meestal een zachte klank aan of een diminuendo, de handpalm naar boven een ruime klank of een crescendo. Een neutrale stand zou daartussen moeten liggen, met de handpalm dus naar binnen gericht zijn en de duim naar boven. Een neutrale houding moet natuurlijk niet te slap zijn, maar teveel spanning in de hand is ongewenst. Welke stand is daarvoor nu het meest geschikt?

Hartelijk

Probeer eens het volgende. Stel je voor dat je een sympathiek iemand een hand gaat geven, op een welgemeende, hartelijke manier. Steek je arm en hand uit naar die persoon. Stop nu en hou je hand in deze houding. Bestudeer de stand van je hand. Je vingers liggen waarschijnlijk tegen elkaar, of bijna tegen elkaar. Je vingers zijn licht gebogen. Je hand als geheel is open – anders kan je immers de hand van die ander niet ‘ontvangen’. Je duim is ontspannen. Deze houding is prima om neutraal mee te dirigeren.

Ontvangen en sussen

Draai nu de hand met de palm naar boven, zonder de stand van de hand te veranderen. Zo’n houding zal je gebruiken als je iets wilt ontvangen, bijvoorbeeld wisselgeld van een kassière. Deze stand gebruiken we als we een royale klank van de zangers willen. Het is alsof de hand zegt: ‘Geef maar, ik ontvang graag.’ Draai nu de handpalm naar beneden. Zo’n houding zal je gebruiken, als je een kind wilt geruststellen of als je een ruzie wilt sussen. Deze stand gebruiken we als we het koor zacht willen laten zingen. De hand zegt als het ware: ‘Rustig maar, stil maar.’

Begroeten

Dirigeren is communiceren. Met je hand maak je contact met je zangers. Strek je hand uit naar je zangers, alsof je ze wilt begroeten. Dat is een goed beginpunt voor het dirigeren.