Arrangeeroefening: kruis of mol

pijlenAls je noten schrijft die niet in de toonladder zitten, moet je kiezen of je een kruis of een mol gebruikt. In de meeste gevallen is slechts één van beide correct. Je kunt de noot vaak afleiden van het akkoord dat er klinkt. In deze oefening ga je de juiste variant kiezen.

De opdracht ziet er als volgt uit. Wijs steeds aan of de linker- of rechterversie de voorkeur heeft:

Hier zijn de opgaven als pdf en de antwoorden.

Toelichting bij de antwoorden:

  1. De bes is de kleine terts in de harmonie GM6. Je kunt het ook als volgt zien: de toon bes is geleend uit de toonsoort D-mineur.
  2. De cis is de grote terts in de harmonie A7. De cis is geleend uit de toonsoort D-majeur.
  3. De des is de septiem in de harmonie E@79. De cis zou een verhoogde zes zijn en die toevoeging bestaat niet.
  4. De gis is de grote terts in de harmonie E7. Dat akkoord is een tussendominant voor AM. De gis is dus geleend is uit de toonsoort A-mineur.
  5. In de toonsoort F-majeur is het akkoord D@ de verlaagde zesde trap. Je kunt ook zeggen dat de harmonie geleend is uit de toonsoort F-mineur. De variant met kruisen is een verhoogde vijfde trap, en die komt praktisch nooit voor.
  6. In dit geval zijn beide oplossingen mogelijk. In de harmonie D7 is er een kleur toegevoegd. Je kunt die zien als een verhoogde kwint (als een ais), maar je kunt die ook zien als een verlaagde zes (een bes). Beide varianten zijn beargumenteerbaar. Een akkoord met een verhoogde kwint is gangbaarder dan met een verlaagde zes. Maar daartegenover staat dat de tooon bes veel gebruikelijker is dan een ais in de toonsoort G-majeur. Harmonisch gezien is de ais correcter, maar toch noteren de meeste muzikanten een bes, omdat die noot gemakkelijker leest.