Vanaf het moment dat ik intensief muziek ging maken, vanaf mijn achttiende, heb ik me afgevraagd waarom er zo’n wereld van verschil is tussen de klassieke en de lichte muziek. Ik weet het, het is generaliserend. Er zijn genoeg luisteraars die beide soorten muziek waarderen. Er zijn musici die in beide werelden werken. Er zijn klassieke musici die zich lieten inspireren door de jazz, zoals Strawinsky en Poulenc. En er zijn popmusici die zich lieten inspireren door de klassieke meesters, zoals Focus en Robin Thicke.
Dat mag zo zijn. En toch ervaar ik een groot verschil tussen klassieke muziek en lichte muziek. Lange tijd heb ik gedacht dat het te maken had met het stemgeluid dat men nastreeft, de instrumenten die men gebruikt of de harmonieën die men hanteert.