De moeilijkheidsgraad van arrangementen

tredenVoordat je een arrangement aanschaft, wil je weten of de moeilijkheidsgraad van het arrangement aansluit bij het niveau van je koor. Bij mijn arrangementen vermeld ik het niveau over het algemeen op een schaal van I (gemakkelijk) tot V (zeer moeilijk). Deze indeling komt overeen met die van een aantal bekende arrangeurs uit de VS.
 
Hoe zit het met deze verdeling? Hoe ziet een arrangement van niveau II er bijvoorbeeld uit, en wat moet je koor kunnen om zo’n arrangement te kunnen zingen? Laten we beginnen met de uiteinden van de schaal, dus niveau I en niveau V. Een koor van niveau I is een koor dat de eenvoudigste stukken zingt. Vierstemmig is amper haalbaar met deze zangers, twee- of driestemmig past beter bij hen.

De moeilijkheidsgraad van arrangementen Meer lezen »

Arpeggio’s zingen

bremerBij het inzingen met mijn koren gebruik ik de laatste tijd vaak arpeggio’s. Pittig om te zingen, maar heel leerzaam. Hier is een voorbeeld van zo’n arpeggio-oefening. In dit geval gaat het om een arpeggio dat eerst van onder naar boven wordt gezongen, en daarna van boven naar onder:

Arpeggio’s zingen Meer lezen »

Volgorde bij het repeteren

sneeuwpop2Bij het repeteren heb je als dirigent veel te doen. Allereerst moet je natuurlijk van een stuk de noten instuderen, maar daarbij moet je de balans bewaken, de uitspraak mooi maken, een goede koorklank verkrijgen, voorkomen dat de zangers gaan haasten, zorgen voor een goede intonatie, en daarbovenop nog zorgen dat de zangers vanuit het hart zingen, zodat de muziek expressief wordt.

In het repeteren zit over het algemeen een logische volgorde. Je studeert eerst de noten in, als de noten redelijk zitten ga je werken aan het afstemmen van balans, klank en intonatie, en als laatste ga je bezig met expressiviteit.

Volgorde bij het repeteren Meer lezen »

De juiste maatsoort kiezen

Als je een nummer arrangeert, moet je bepalen in welke maatsoort je gaat noteren. Hoe weet je welke maatsoort de juiste is? In de jazz- en popmuziek worden lang niet zoveel verschillende maatsoorten gebruikt als in de klassieke muziek. Verreweg de meeste nummers wordt genoteerd in 4/4. En daarnaast komen nog maar een paar maatsoorten voor.

De beste methode om een maatsoort af te leiden is de volgende. Stel je voor dat je het nummer moet aftellen voor een band. Tel je bij het aftellen tot vier? Dan is bijna altijd een 4/4-maat de geschikte maatsoort. Tel je tot drie, dan kan een 3/4-maat geschikt zijn, maar in sommige gevallen is een 6/8-maat een betere keus.

De juiste maatsoort kiezen Meer lezen »

Oude notatie van swing feel

In een eerder bericht kwam het begrip swing feel aan de orde. De beste manier om het te noteren is door boven de muziek de aanduiding ‘Swing feel’ te zetten en gewone achtsten te schrijven. Voordat deze manier van swing noteren in de jaren zestig gebruikelijk werd, noteerde men swing op een andere manier.

De ouderwetse manier van het swing noteren is met een gepunteerde achtste en een zestiende. In de klassieke muziek wordt dit ritme een hop-figuur genoemd:

Oude notatie van swing feel Meer lezen »

Inzetten aangeven op verschillende tellen

Een dirigent geeft inzetten aan. De beweging van de dirigent loopt vooruit op de inzet, zodat de zangers de inzet kunnen zien aankomen. De conventie is dat de voorbereidende beweging op de tel vóór de inzet begint. Bijvoorbeeld, als de inzet op tel 4 is, begint de voorbereidende beweging op tel 3.

Het aangeven van inzetten vóór de daadwerkelijke inzet vergt behoorlijk wat oefening voor beginnende dirigenten. Hieronder staan oefeningen voor het geven van inzetten op verschillende tellen. Om de oefening zo concreet mogelijk te houden zijn er bekende liedjes gekozen.

Inzetten aangeven op verschillende tellen Meer lezen »

Walking bass

walkingbassIn jazz speelt de bassist vaak een zogenaamde walking bass. Zo’n baslijn bestaat uit alsmaar doorgaande kwartnoten in een vierkwartsmaat. Door het monotone ritme ontstaat een cadans die inderdaad doet denken aan wandelen. Toch is een walking bass verre van saai, omdat er in de noten juist veel afwisseling zit.

Hier is een voorbeeld van een walking bass, over een eenvoudig schema IVIII#IIVI in de toonsoort C:

Walking bass Meer lezen »

Intervallen zingen

In eerdere berichten heb ik laten zien dat van blad zingen het beste gaat als je de noten relateert aan de toonsoort. Voordelen van die methode zijn dat je je minder snel vergist, dat je grote sprongen ook leert treffen, en dat je beter op toon blijft.

Toch zijn er ook momenten waarop je gewoon intervallen moet ‘prikken’, los van de contekst waarin ze staan. Bijvoorbeeld als er alteraties in een melodie staan of als de toonsoort onduidelijk is.

Intervallen zingen Meer lezen »