Solfège

In een eerder blogbericht kwam de solfège al ter sprake. Ik beargumenteerde daar dat van blad zingen het beste te leren is door alle noten van de toonladder cijfers te geven en door alle noten te relateren aan de grondtoon.

Het bericht eindigde met de volgende twee korte oefeningen:

Noten instuderen zonder verveling

Het studeren van noten in een koor is meestal niet zo boeiend. Als de zangers niet van blad kunnen lezen, moeten alle partijen los worden aangereikt, en dat duurt vaak lang. Veel dirigenten studeren passages als volgt in. Eerst zingen de sopranen de sopraan-partij en wachten de andere zangers. Dan zijn de alten aan de beurt, en daarna de tenoren en de bassen. Tenslotte zingen alle stemmen samen.

Deze manier van noten studeren maakt een repetitie saai. Toch zijn er vele manieren om dit proces boeiender te maken voor de zangers. Hieronder staan wat suggesties.

Swing feel

Een typerend kenmerk van jazz is de swing feel. In swing feel worden noten op de tel langer gezongen, dan de noten na de tel. De swing feel is in de afgelopen eeuw onderdeel geworden van onze muzikale vocabulaire. Ook in de popmuziek zijn er veel nummers met swing feel. En er zijn zelfs talloze kinderliedjes met swing feel.

Neem als voorbeeld Er zaten zeven kikkertjes. Dit liedje wordt ook gezongen met swing feel, al merk je dat niet meteen. Hier is de eerste regel van het liedje, op een naïeve manier genoteerd:

Hollandismen

In Nederland gebruiken we de term close harmony als een vergaarbak voor alles wat lichte muziek en meerstemmig is. Een close harmony-koor zingt van alles, en beperkt zich niet tot jazz of pop of wat dan ook. Oorspronkelijk betekent de term close harmony echter iets heel anders, namelijk het zingen van nauwe harmonieën, waarbij de stemmen vaak slechts een secunde van elkaar liggen. In die betekenis wordt de term gebruikt in de VS en in veel Europese landen. Zeg dus nooit in het buitenland “I’m a singer in a close harmony choir”, want niemand zal je begrijpen.

Boventonen

Het begrip boventonen intrigeert veel mensen. In de esoterische hoek gelooft men dat boventoonzang een diepere betekenis aan het leven geeft, en dat de boventonen van klankschalen geneeskrachtige werking hebben. In de muziekwereld doen sommigen ook geheimzinnig over boventonen. De boventonenzang uit Mongolië lijkt onverbrekelijk verbonden met spiritualiteit. Hier in het westen zijn er koren die een speciale rol wegleggen voor boventonen. Zij stellen zichzelf ten doel boventonen overeen te laten komen, zodat de boventonen extra versterkt worden.

De opbouw van een repetitie

De meeste koren repeteren één avond in de week. Wat kan je eigenlijk doen in zo’n repetitie? Hoe bouw je een repetitie goed op? Hoeveel stukken behandel je op een avond?

Een goede start van een repetitie is inzingen. Bij het inzingen doe je oefeningen om de stem los te maken en oefeningen om de koorklank te verbeteren. Het inzingen geeft de zangers ook gelegenheid om zich te concentreren op het zingen, en om zich weer één te gaan voelen met de groep. Inzingen is dus waardevol. Maar het moet niet te lang duren, want het gaat wel van het ‘echte’ repeteren af. Tien of vijftien minuten is meestal genoeg.

Opstellingen

Veel koren staan altijd in dezelfde opstelling van hoog naar laag. Dat is echter niet voor alle situaties de meest handige opstelling. Er zijn bijvoorbeeld opstellingen die akoestisch een beter resultaat geven, en er zijn opstellingen die het voor de zangers gemakkelijker maken om goed te kleuren met de andere stemmen.

De standaard-opstelling in klassieke koren zet de stemmen van hoog naar laag. De hoogste vrouwenstem staat helemaal links, en de laagste mannenstem helemaal rechts:

1-2-3

trapVoor koorzangers is het fijn om goed van blad te kunnen zingen. Veel zangers beheersen het een beetje, maar de meesten blijven steken als de sprongen in de melodie groter worden dan een terts.

Als je echt goed van blad wil leren zingen, dien je een gevoel te ontwikkelen voor de verschillende tonen van de toonladder. Elke toon heeft namelijk zijn eigen specifieke eigenschappen en associaties, en die helpen bij het treffen van tonen.

De grondtoon bijvoorbeeld is de toon waarop de meeste melodieën eindigen, en het is de toon die het meest ‘stabiel’ voelt. [..]

De hand

Bij het dirigeren gebruik je je handen om uiteenlopende expressies weer te geven. Voor een zachte klank richt je de handpalmen omlaag, voor een ruime klank de handpalmen omhoog. Voor een tedere klank houd je de hand ontspannen, voor een volle klank maak je de hand stevig. Als je iets heel precies wilt hebben, gaan als vanzelf de duim en wijsvinger tegen elkaar aan. Als dirigent ontwikkel je zo een eigen taal met je handen.

Soms wil je geen expressie aanduiden, maar zoek je meer een neutrale klank. Bijvoorbeeld bij het inzingen, of tijdens het repeteren van moeilijke noten. Welke neutrale houding van de hand past er bij zo’n moment?

Stipt

Hoe leuk het ook is om in een koor te zingen, het blijkt voor zangers moeilijk om op tijd op een repetitie te komen. Zo gaat dat overal. Het zit misschien ingebakken in de menselijke aard, dat we te vroeg komen overdreven vinden, en te laat komen acceptabel.

Jammer is dat. Vroeg komen heeft zoveel voordelen! Je kan een babbeltje maken, stoelen klaarzetten, koffie zetten, nog even door je bladmuziek neuzen, de regen van je afschudden. En vooral kan je even omschakelen, de dag achter je laten, je hoofd zetten naar lekker zingen.