Stemgroepen wisselen
In een koor is het verstandig om de zangers hun volledige bereik te laten gebruiken. Als een zanger alleen maar lage noten te zingen krijgt, wordt de klank na verloop van tijd erg donker. En omgekeerd, een zanger die alleen maar hoge noten heeft, loopt het gevaar om de warmte in de klank te verliezen. Door de verschillende kleuren in de groep wordt het intoneren lastiger. Bovendien is het voor een zangers vocaal uitdagender om het gehele bereik te mogen gebruiken.
Notenbalken trekken op een whiteboard
Afgelopen weekend heb ik eindelijk mijn nieuwste gadget in de praktijk kunnen gebruiken. Het is een stiftenhouder waarmee je notenbalken kunt trekken op een whiteboard (of op een flipover). Aan zoiets heb ik behoefte, als ik lesgeef in een lokaal waar er geen notenbalken op het bord staan. Ik noem het ding een whiteboardnotenbalkenlijnentrekkerstiftenhouder. Ik heb hem ontworpen met een 3d-tekenprogramma en laten printen bij een bedrijfje.
Slotmedeklinkers in het Amerikaans
De meeste pop- en jazz-zangers spreken Engelse teksten uit op zijn Amerikaans. Verrassend genoeg geldt dat ook voor muzikanten die uit Engeland komen. In een koor dat lichte muziek zingt, is het dus een logische keus om eveneens de Amerikaanse uitspraak aan te houden.
Eén van de meest opvallende verschillen tussen het Amerikaans en het Engels is de manier waarop medeklinkers aan het eind van woorden worden uitgesproken. In het Amerikaans worden die – in tegenstelling tot in het Engels – veelal ingeslikt.
Boek over slagtechniek
Zojuist is mijn nieuwe boek verschenen: Slagtechniek voor koordirigenten. Op de achterflap staat: “Dirigeren is meer dan de maat slaan, maar als je niet weet hoe je de maat moet slaan, is het de vraag of je ooit aan dirigeren toekomt. Slagtechniek voor koordirigenten begint bij de basis en verwerkt de theorie in praktische oefeningen. Ook voor wie al langer voor een koor staat, is het een inspirerend en leerzaam boek. De zorgvuldig vormgegeven slagfiguren zijn glashelder en stimuleren om een persoonlijke slagtechniek te ontwikkelen. Als de drie- en vierslag, onregelmatige maatsoorten en maatwisselingen geen geheimen meer kennen, het lukt om heldere inzetten te geven, en de linkerhand weet wat de rechterhand doet, ontstaat er ruimte voor andere vragen: Wat is de truc om het koor niet harder te laten zingen als het tempo omhooggaat? Waar laat je je linkerhand als hij even niks te doen heeft? Hoe maak je contact met een grote groep zangers? En moet je eigenlijk wel altijd dirigeren?”