Polyfone inzinger
Meestal hebben de inzingers die ik verzin hooguit twee lagen. Maar deze heeft drie lagen, waarbij er twee stemmen elkaar imiteren:
Meestal hebben de inzingers die ik verzin hooguit twee lagen. Maar deze heeft drie lagen, waarbij er twee stemmen elkaar imiteren:
Vorige week liet ik een eerste versie zien van een animatie voor slagfiguren. Inmiddels is de applicatie flink uitgebreid. De nieuwe animatie vind je hier.
Je kunt nu instellen:
– de richting van de beweging: rechts- of linkshandig
– verschillende maatsoorten: twee-, drie- of vierdelig
– de vorm van het onderste gedeelte van de ‘anker’-beweging: een cirkelboog, een rechte lijn of een tussenvorm
Het aanleren van een goede slagbeweging is niet gemakkelijk. Bij de opleidingen die ik doceer heb ik dat vaak gemerkt. In de boeken over slagtechniek staan vaak plaatjes van slagfiguren. Die afbeeldingen helpen om te weten in welke richtingen je moet bewegen. Maar die figuren geven niet weer hoe de bewegingen in de tijd verlopen, oftewel de snelheid waarmee de hand beweegt. Om de slagfiguren te leren blijft er dan niets anders over dan goed te kijken naar dirigenten om je heen.
Vaak dacht ik: zou het niet leerzaam zijn als de computer de slagbewegingen voor kon doen? Dan kun je de bewegingen op het scherm in alle rust bestuderen en nabootsen.
Laatst hoorde ik weer de heerlijke canon in D van Pachelbel. Omdat de akkoorden zich steeds herhalen, is die muziek gemakkelijk om te bouwen tot een meerstemmige inzingoefening. Hier is een poging om Pachelbel swingend te maken. De canon staat nu in G:
Deze canon-oefening is opgebouwd uit stukjes toonladder plus sext-sprongen. De inzinger lijkt op oefeningen uit mijn boek ‘Harmonisch inzingen’, maar is net weer even anders:
Vanaf het moment dat ik intensief muziek ging maken, vanaf mijn achttiende, heb ik me afgevraagd waarom er zo’n wereld van verschil is tussen de klassieke en de lichte muziek. Ik weet het, het is generaliserend. Er zijn genoeg luisteraars die beide soorten muziek waarderen. Er zijn musici die in beide werelden werken. Er zijn klassieke musici die zich lieten inspireren door de jazz, zoals Strawinsky en Poulenc. En er zijn popmusici die zich lieten inspireren door de klassieke meesters, zoals Focus en Robin Thicke.
Dat mag zo zijn. En toch ervaar ik een groot verschil tussen klassieke muziek en lichte muziek. Lange tijd heb ik gedacht dat het te maken had met het stemgeluid dat men nastreeft, de instrumenten die men gebruikt of de harmonieën die men hanteert.
Als we het hebben over ritmische inzingers, mag een vreemde maatsoort niet ontbreken. Hier is een oefening in een vijfkwartsmaat. Losjes geïnspireerd op ‘Take five’:
In één van mijn groepen wil een zanger alsmaar swingende inzingoefeningen doen. Dus hier is er weer één. Ditmaal met snelle syncopen in een latin stijl:
Zojuist is bij Harmonia/De Haske mijn vierde boek verschenen, met daarin meerstemmige inzingoefeningen. Je kunt het boek bestellen bij De Haske, of via mijn eigen uitgeverij, en zelfs via Bol. Meer informatie over het boek vind je op www.inzingen.nl.
Hier is deel twee van de oefeningen waarin je moet kiezen of je een noot met een kruis of een mol noteert.
De opdracht ziet er als volgt uit. Wijs steeds aan of de linker- of rechterversie de voorkeur heeft: